Blog | Trendrapport: wonen, leven en interieur
06-04-2021

Blog | Trendrapport: wonen, leven en interieur

Even terug naar 2020. Nog nooit namen we zo oprecht afscheid van een jaar en nog nooit had een jaar zoveel impact op onze manier van wonen en leven. Dus keken we in de eerste editie van ons Urban Happiness Magazine voor CORES Development hoopvol vooruit en tekenden we in een groot trenddossier de samenleving van morgen uit. En wat blijkt? Die zal zich voor het belangrijkste deel in en rond de stad afspelen.

Neen, over tien jaar wonen we nog niet op Mars. Wel staat vast dat het covidjaar 2020 een aantal zaken in een stroomversnelling heeft gebracht. Zo werden we na een jarenlange haat-liefdeverhouding met thuiswerken plots gedwongen om het klassieke kantoorleven vaarwel te zeggen. En dat bevalt prima, want in onze rustige thuisomgeving werken we niet alleen meer gefocust, we verliezen ook niet langer kostbare tijd in die ellenlange ochtendfiles.

Ook de twee lockdowns van 2020 hebben ervoor gezorgd dat we nóg meer tijd thuis doorbrachten. Onze aandacht ging volop naar het creëren van een gezellig interieur, waar de grenzen tussen wonen en werken en tussen binnen en buiten vervaagden. We haalden de natuur naar binnen, versterkten de link met buiten en werkten volop aan de optimalisatie van onze binnenruimtes. Het heeft van ‘groen’ de kleur van de toekomst gemaakt: letterlijk, maar ook figuurlijk. We herwaarderen al wat lokaal is, zoeken de connectie met buiten, kiezen bewust voor duurzame materialen en beperken onze voetafdruk.

Het voorbije jaar was een jaar van afstand houden en toch zochten we op alle mogelijke manieren naar connectie. Design, digitale communicatietools, smart technology en AI moeten ons in de toekomst helpen om het evenwicht tussen samenzijn en privacy te bewaren. Verbondenheid is hét toverwoord van deze tijd. De maatschappij vergrijst, versinglet en verstedelijkt, maar tegelijk worden termen als intergenerationaliteit en flexibiliteit belangrijker dan ooit.

En waar kunnen we deze veranderingen beter doorvoeren dan in de stad? Het is de plek bij uitstek waar alle trends voor de toekomst zich op de meest duurzame manier kunnen voltrekken. Zullen de steden dan de meest groene plekken op onze aardbol worden? Jazeker! Daar zijn trendwatchers Tom Palmaerts, Herman Konings en Hilde Francq van overtuigd.

“Elke crisis heeft een impact op de samenleving”, vertelt veranderingspsycholoog Herman Konings. “De mens streeft al sinds het begin van zijn bestaan naar beschaving, naar een verbetering van wat niet werkt. Dat is wat ook nu gebeurt. De crisis van 2020 was nodig om ons te motiveren om ons leven anders te organiseren. We mogen dankbaar zijn, want we zijn op weg naar een gezonder en gelukkiger leven.”

// Herman Konings, veranderingspsycholoog
“Omdat happiness voor een groot deel door healthiness wordt bepaald, en omdat het voorbije covidjaar de pijnpunten en fragiliteit van het stadsleven heeft blootgelegd, verwacht ik een versnelde inzet op stadsthema’s zoals gezonde lucht, akoestiek en ruimte. De stad van de toekomst is een stad op mensenmaat, een stad die niet alleen voor plezier zorgt, maar op een dieper niveau ook voor zingeving. Jonge mensen willen bijvoorbeeld niet meer samengepropt worden in een landschapskantoor. Ze willen aan hun werkplek een goed gevoel overhouden, want het is de plek waar ze iets kunnen betekenen. De nieuwe generatie werknemers wil telewerken, flexwerken of hun werkruimte delen. In het kantoor van morgen zal ook akoestiek een belangrijke rol spelen, en bij uitbreiding geluidswering in heel de stad in de vorm van stilteplekken. We hebben het voorbije jaar met z’n allen de bossen en parken weer leren appreciëren en door deze naar de stad te brengen, zorgen we voor gezonde lucht. Dat zal ook de opkomst van houten gebouwen verklaren, want deze kunnen CO2 in zuurstof omzetten in een straal rond het gebouw. Hout zal om die reden ook binnenshuis een belangrijke rol gaan spelen. Tot slot zal de stad in ruimte investeren door in de hoogte of in de diepte uit te breiden. Wagens zullen uit de stad worden geweerd of ondergronds worden gestockeerd en serres zullen op de daken worden geïnstalleerd. “Stedelingen zijn gezelliger dan dorpelingen”, bleek onlangs uit een Duits onderzoek. Omdat bijna de helft minstens één keer per week bij zijn buren, vrienden of familie langsgaat. In tegenstelling tot wat men dacht, leeft het gemeenschapsgevoel door de organisatie van buurtfeesten en solidariteitsacties veel meer in de stad. Mooi, toch? De gelukkige stadsmens bestaat echt wel. En in de toekomst zal die groep met blije stedelingen alleen maar toenemen.”

// Tom Palmaerts, futurist
“We zien dat de babyboomgeneratie haar welverdiende pensioen in de stad wil beleven. Ze gaan lekker eten, pikken een vleugje cultuur mee en … jagen de woningprijzen de hoogte in. De groeiende groep alleenstaanden en jonge gezinnen valt zo uit de boot en wijkt uit. Dat is geen positieve evolutie, want het zorgt ervoor dat we nog meer versnipperd gaan wonen en dat duurzaam wonen moeilijk haalbaar wordt. België zal futureproof zijn van zodra het zichzelf als één grote stad ziet, met de steden als kernen en de dorpen als kleine wijkjes eromheen. Alles moet in verbinding staan, bijvoorbeeld met ondergrondse transportmogelijkheden. De architect van morgen zal geen huizen ontwerpen, maar stedelijke weefsels uittekenen. Hij zal uitbreiding zoeken in de hoogte, in de vorm van compacte en flexibele woonmogelijkheden, én in de diepte, bijvoorbeeld met ondergrondse urban farms die stedelingen lokaal en transportloos van verse voeding voorzien. Tussen de betaalbare en modulaire woonunits zal de architect voor sociale connectie zorgen door publieke ruimtes, stadsparkjes, daktuinen en verticale tuinen te creëren. Die publieke ruimtes kunnen bijvoorbeeld lokale hubs zijn die in een wooncomplex worden geïntegreerd zodat mensen die eventjes genoeg hebben van het thuiswerken, ook verbinding met anderen kunnen opzoeken. We zien dat de generatie twintigers van vandaag niet langer noodzakelijk een auto wil bezitten, wat toekomst biedt aan alle deelinitiatieven en het idee om de wagen verder uit de stad te weren. En van zodra steden groen en betaalbaar wonen serieus nemen, zal de stad een echte jungle worden, want de biodiversiteit zal er groter zijn dan op het platteland. De stad zal evenwicht brengen tussen snelheid en stilstand, geluid en stilte en connectie en privacy en zal zo niet langer een plek zijn waar mensen uit wegvluchten, maar een plek waar ze naartoe komen omdat het er gelukkig wonen is.”

// Hilde Francq, kleur- en interieurexperte

“Een van de trends die veel zal betekenen voor de maatschappij van morgen is die van het sharen. Opmerkelijk is dat deze deelbeweging zich zal voltrekken over de generaties heen. Op het vlak van wonen hebben we het dan over intergenerationeel wonen waarbij mensen van verschillende leeftijden ruimtes delen. Deze verandering wordt nu al ingezet. In de samenleving van morgen speelt leeftijd geen rol meer, ook niet in kleding bijvoorbeeld. De mensen in onze buurt of ons netwerk kiezen we dan ook niet meer op basis van leeftijd, maar wel op basis van de waarden die we delen. Elkaar ontmoeten en dingen delen wordt de kern van de toekomstige interieurinrichtingen. Ondertussen werd al het concept gelanceerd om keukens te huren en te delen. Verder zien we in de thuisomgeving nieuwe functies ontstaan zoals het thuiskantoor en de thuisgym, en zien we ook de open ruimtes verdwijnen. Stilte wordt ons hoogste goed en dus gaan we onze woonomgeving compartimenteren, de akoestiek optimaliseren en het evenwicht herstellen tussen alleen zijn en samenzijn. Ook meubeldesign wordt hierop afgestemd. Een goed voorbeeld is Bio-mbo, het bed dat designer Patricia Urquiola dit jaar voor Cassina ontwierp (*). Het bed heeft een bijzonder gecapitonneerd hoofdeinde en optionele zijvleugels waarmee je een oase van rust in de slaapkamer creëert. In het interieur van morgen zien we verder vooral ronde, organische vormen, kleuren zoals blauw, groen, nieuwe neutralen en utilitaire materialen zoals staal, keramiek, gladde oppervlakken en unbleached canvas. Allemaal voor een groot deel ingegeven door de coronacrisis die ons doet hunkeren naar natuur, omarmende vormen en materialen die een goede hygiëne in de hand werken.”

(*) (zie beeld bij blogtitel)

Tekst uit CORES magazine, editie 1 (januari 2021)
Beelden - in volgorde van verschijning:
Cassina, Bio-mbo door Patricia Urquiola (DePasquale+Maffini) / Serax, Construct-collectie voor Serax / illustratie 1 & 2 Elise Vandeplancke voor CORES / Armand&Francine, La Vézère-collectie (Kaatje Verschoren)

Want to collaborate? Contact us
This website makes use of cookies to improve your user experience. By continuing to use this website, you are accepting our cookie policy. More info
.