Blog | De architect in de kunstenaar: Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout over hun gezamenlijke levenswerk
09-07-2025

Blog | De architect in de kunstenaar: Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout over hun gezamenlijke levenswerk

Het jaar is goed begonnen voor het Belgische kunstenaarskoppel Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout. Zij sluit deze zomer haar grote overzichtstentoonstelling ‘Khorós’ in Bozar in Brussel af, hij rondt in augustus zijn grootschalige solotentoonstelling in Skulpturenpark Waldfrieden in het Duitse Wuppertal af. Al 38 jaar deelt het koppel liefde en leven en zijn ze een onontbeerlijk klankbord voor elkaars werk. Van architectuur maakten Berlinde en Peter al in het begin van hun carrière hun gezamenlijke levenswerk – van woning tot atelier. Klaas Goris van Coussée & Goris architecten is een vaste gast op dat pad, met een gedeeld respect voor erfgoed en historie. “Een ruïne is een bouwwerk in zijn blote kont.”

“Ik ben in deze buurt, zelfs in deze straat, opgegroeid”, vertelt Berlinde. “Later, in onze studententijd, hebben we meer dan eens gebouwen gekraakt op zoek naar een goedkope plek om te leven of te werken. Eén keer richtten we in een verlaten pand een atelier in dat via een wiebelend trapje van enkele meters hoog bereikbaar was. Schilderijen naar boven brengen was gekkenwerk.” De liefde voor ruïnes, ook dat is wat het koppel in 1988 aantrok in de voormalige katholieke jongensschool in de Gentse Muide. Berlinde: “Dit gebouw stond al lang leeg en was compleet verwaarloosd. Bomen groeiden uit de vensters en de gevel zag zwart door de havenactiviteiten. Toch zag mijn vader het potentieel voor ons, als twee startende kunstenaars. Door ruimtes te verhuren aan andere kunstenaars konden we dit project financieel beter dragen. Later lieten we het klasseren als merkwaardig gebouw, waardoor we dankzij subsidies het dak konden vernieuwen. Stad Gent zag dat we goede intenties hadden, klasseerde het ook als monument en zo kwam er voor ons geld vrij voor onderhoud. Heel lang liepen ons werk en leven hier door elkaar, totdat Peter en ik met steeds meer mensen werkten, ik met mijn assistente aan tafel de agenda voor de dag aan het overlopen was terwijl ik aan het koken was voor onze kinderen en ik besefte dat die situatie al lang niet meer ideaal was. Bovendien evolueerde ons werk en hadden we steeds meer nood aan ruimtes met hoge openingen om ons werk binnen en buiten te rijden, maar ingrijpende insnijdingen in de originele architectuur van dit oud-neogotische pand wilden we niet doen. Historische gebouwen zoals deze houden we liever in hun waarde. Tegelijk kwam naast de school een stukje grond vrij dat ooit dienst had gedaan als autogarage. Dat hebben we gekocht om een nieuw atelier in onder te brengen en tegelijk gingen we op zoek naar een andere woning zodat we ons privé konden loskoppelen van onze werkplek en er letterlijk en figuurlijk ruimte vrij zou komen om ons op te laden en te voeden met andere dingen.” Het duo neemt tussen het praten door afscheid van jonge kunstenaars die deze plek met hen delen en tussendoor komen en gaan. Dat er nog weinig mogelijkheden zijn om verlaten gebouwen op dezelfde manier te behouden, verzorgen en opwaarderen, beseffen de twee zeer goed. “Het systeem is log en traag, waardoor veel mensen de moed verliezen. Bovendien heeft Stad Gent de middelen niet meer, waardoor ze heel selectief te werk gaan en er zijn de steeds strenger wordende bouwnormen. Dat maakt dat er vandaag heel wat pareltjes in Gent verlaten zijn.”

Niet zoeken, maar vinden
Het vroegere woongedeelte van het oude schoolgebouw doet vandaag dienst als archief voor het werk van het koppel. Op de gelijkvloerse verdieping van de zijvleugel zijn dan weer twee oude klasjes samengesmolten tot een werkplek voor Berlinde en haar team. Was, kookpotten en nieuw werk staan er vol verwachting opgesteld in een stille staat van wording. Het gegeven dat veranderend daglicht deel uitmaakt van elk werk, omdat het de kracht heeft om zware thema’s te verlichten, is onbetwistbaar hier ontstaan. Door de grote ramen valt warm licht binnen in dit deel van het atelier. “Hier is alles begonnen”, mijmert Berlinde. “Het is hier gewoon heel charmant werken en het licht speelt de hele dag. In de winter hebben we wel een extra trui nodig.” (lacht) Wat verder staat een nieuw afgewerkt stuk. ‘Lift Not the Painted Veil’ (2025) staat klaar voor vertrek naar de gelijknamige expo in het Ernst Barlachhaus in Hamburg. De zijkant van de sokkel is afgewerkt met oude linoleum. De kleur matcht wonderwel met de teint van het werk. “Het was een oprecht eurekamoment toen ik eindelijk dit stuk linoleum vond”, vertelt ze. Peter: “Het is zoals Picasso zegt: je moet niet zoeken, maar vinden. Veel mensen zijn zo gefixeerd op het eindresultaat dat ze onderweg niet zien wanneer de oplossing zich aandient.” Aan het einde van de gang bevindt zich het nieuwe atelier, een nieuwbouw die in 2020 in samenwerking met Klaas Goris werd gerealiseerd. Berlinde: “Beton, zwart staal en glas: in mijn nieuwe atelier zijn de materialen sober, heb ik een hoog plafond en neutraal, koel licht dat van bovenaf binnenvalt. Het is anders werken hier, want de ruimte is volledig afgestemd op het maken van monumentale werken. Het warme licht mis ik hier. Het Belgische architectenbureau Coussée & Goris staat bekend om zijn aanpak van erfgoed met een hedendaagse functionaliteit en heeft naast de Gentse landmark De Krook ook andere kunstenaarsateliers op zijn palmares staan, zoals dat van Michael Borremans en Mark Manders. De keuze voor Coussée & Goris, en meer specifiek voor Klaas Goris, stamt uit hun studententijd. Berlinde: “Toen we aan het Sint-Lucas studeerden, zijn we tijdens een schooltrip naar Parijs over architectuur beginnen spreken. Hij droomde ervan om beeldhouwer te worden, terwijl wij geïnteresseerd waren in architectuur. Vooral de manier waarop hij van Hofheide, het crematorium in Holsbeek, een universele en ingetogen plek voor iedereen heeft gemaakt – gelovig of niet – sluit sterk aan bij ons werk.”

Op de eerste verdieping van de zijvleugel heeft ook Peter nog steeds een werkplek. In de bontgekleurde studio staan verschillende werken in semi-afgewerkte staat. “Ik werk altijd aan verschillende werken tegelijk en ik ga door tot het nergens meer op lijkt.” Peter verwijst daarmee naar de amorfe, onherkenbare vormen die zo eigen zijn aan zijn werk. Hoe chaotisch zijn werk ook mag zijn, zijn studio heeft hij het liefst kraaknet. En nu de student die hem helpt opruimen zich voorbereidt op zijn jurymoment op school, en het atelier bijna in een staat van ontbinding verkeert, loopt de Gentse installatiekunstenaar er naar eigen zeggen lichtjes geënerveerd bij, ook als we later een kijkje nemen in zijn nieuwe atelier op een industrieterrein, in vogelvlucht zo’n 500 meter verderop. Peter gaat er het liefst met de fiets naartoe. De nieuwbouw fungeert vooraan als werkplek en achteraan als depot. “Goed licht is voor mij niet dat noorderlicht waar mijn vrouw zo van houdt. Ik wil daglicht dat leeft, want ook in realiteit staat mijn werk altijd in relatie met zijn veranderende omgeving, zowel binnen als buiten. Daarom heb ik hier aan twee kanten ramen. Zo zie ik ook al eens een vogeltje voorbijvliegen en behoud ik de connectie met buiten.” Ook dit atelier werd in samenwerking met Coussée & Goris gerealiseerd en opnieuw blijkt hoe belangrijk licht is in het werk van beide kunstenaars. Ook de connectie tussen werk en omgeving loopt doorheen het oeuvre van allebei. Zo zijn Buggenhouts installaties vaak sitespecifiek en gaan ze met hun schaal en materiaalgebruik een fysieke confrontatie aan met het gebouw. In Museum Dhondt-Dhaenens (2009) werden werken uit zijn serie ‘The Blind Leading The Blind’ bijvoorbeeld gepresenteerd op glazen platen in een strak patroon, waarbij zelfs de kleur van de muren werd aangepast aan de schijn van de glazen tafelbladen. Dat soort architecturale ingrepen is typerend voor zijn werk. Voor haar grote expo ‘Khorós’ in Bozar (2025) werkte Berlinde dan weer intensief met het art-decogebouw van Victor Horta en gaf ze aan dat het een uitdaging was om haar verticale werken in te passen binnen de horizontale context van Horta’s architectuur.

Architecturale ingrepen in de geschiedenis
Hoewel er zeker raakvlakken zijn, blijft het werk van Berlinde en Peter strikt gescheiden. Enkel architectuur beleven ze volop samen. “Het is een hobby die uit de hand is gelopen”, vertelt Berlinde. Zo kwam in 2018 Huis Ligy op het pad van het kunstenaarskoppel. Peter: “Ik gaf in die tijd nog les. Bram De Jonghe, een van mijn studenten, zocht een locatie voor zijn eindjury. Hij vroeg me om raad, en ik stuurde hem naar het kadaster om te informeren naar leegstaande panden. Een week later zag ik hem enthousiast terug met de boodschap dat hij een prachtig pand in Onderbergen had gevonden. We gingen samen kijken en ik was op slag verliefd. Het gebouw stond al vele jaren leeg en was in erbarmelijke staat. Je kon van op de gelijkvloerse verdieping tot in het dak kijken. Het was een ruïne, een bouwwerk in zijn blote kont. Alleen wie goed kan kijken, ziet het potentieel. Voor mij waren de proporties van de ruimtes, het licht en de ligging van het huis werkelijk subliem.”

Het herenhuis maakt samen met de binnenplaats en het hoekgebouw Huis Katrien ‒ ooit een bekend snoepwinkeltje ‒ deel uit van het oude ‘Hof van Ravenstein’, waar in de 15de eeuw de hertogen van Kleef en Ravenstein verbleven. In samenwerking met Klaas Goris wisten Peter en Berlinde de historische waarde te behouden en tegelijk te transformeren naar een nieuw leven in de 21ste eeuw. “Het is niet zo dat Klaas een ontwerp maakt, waarna wij simpelweg ja of nee zeggen. Het gaat eerder over bepaalde architecturale ingrepen die ontstaan uit gesprek en dialoog ter plekke”, aldus Berlinde. Peter: “Ook later, tijdens de werken, stuurden we nog regelmatig bij, zoals met de lichtschachten die door het dak kwamen en uitgeven op de gang. Die wilden we aanpakken, maar tijdens de renovatie ervan zag ik dat de vorm niet goed zat. De beeldhouwer in mij kwam naar boven en ik ben samen met de vakmannen op de werf gaan boetseren. Lijn per lijn en van golving tot recht vlak zijn we handmatig gaan bijsturen en uitpuren. Dat is uiteindelijk ook wat we met ons werk doen: het in gesprek laten gaan met de ruimte.” Hoewel artistieke esthetiek vanzelfsprekend is, is wonen voor het koppel in de eerste plaats een functionele aangelegenheid.

Berlinde: “We gaan van onze woning geen sculptuur of kunstwerk maken, want dat is niet leefbaar. Anderzijds hebben we jaren op krakkemikkige stoeltjes gezeten omdat we niet de juiste sofa voor onze leefruimte van toen vonden. Of misschien gaat dit minder over esthetiek en meer over het feit dat we graag de tijd nemen om de puzzel te leggen. Dat we willen wachten tot het plaatje klopt.” De inwijding is hun architectuurprojecten loopt op zijn einde en de twee zijn ondertussen weer beland waar het gesprek is gestart: op een stoeltje onder de luifel. Ze nemen tussendoor afscheid van enkele jonge kunstenaars met wie ze deze plek delen, terwijl ze de oude school en het binnenplein van in de schaduw overschouwen. Architectuur samen beleven, betekent ook dat de de individuele hand van elk niet zichtbaar in het geheel. “Op dat vlak zijn we vrij traditioneel”, geeft Berlinde toe. “Peter ontfermt zich vooral over de ruwe en technische werken en ik kom in beeld als er moet worden afgewerkt of ingericht. Als we het niet eens zijn, nemen we een pauze. We laten ons niet vangen aan snelheid. Ook dan is tijd van groot belang. Voor je het weet, komt de oplossing vanzelf uit de bus.”

(Tekst: Leslie Vanhecke - Fotografie: Alexander Popelier)

SAVVY x ABS BOUWTEAM: ABSoluut magazine.
Bekijk ook onze andere magazines.

Samenwerken? Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info
.