Blog | Villa Empain: zuivere art-decodiamant in hartje Brussel
18-12-2024

Blog | Villa Empain: zuivere art-decodiamant in hartje Brussel

In elke editie van ABSoluut, het magazine dat we maken voor ABS bouwteam, gaan twee partijen in gesprek over architectuur. Deze keer trekt Anton Gonnissen, uitgever van dit magazine, samen met architect Nicolas Schuybroek naar Villa Empain in Brussel. Te midden van de ambassadewijk en vlak bij Terkamerenbos brengt het iconische art-decogebouw pure geometrie, een uitgebalanceerd lichtspel, kraaknette verhoudingen en een absolute rijkheid aan materialen samen in een verbluffend gesamtkunstwerk. Het raakt Schuybroek recht in het hart: “Dankzij de Bauhaus-invloeden die hier spelen, is Villa Empain een bijzondere art-decoparel.”

“Je voelt hier de overgang”, merkt Anton op. “Het is de aanzet van hoe wij vandaag over architectuur nadenken.” Nicolas beaamt: “Klopt, omdat het uitgezuiverd is. Je hebt weelderig en luxueus gebruik van materialen zonder dat het te ornamentaal wordt, zoals je dat met rasechte art-decoarchitectuur of in art-nouveaugebouwen wel hebt.” Hoewel Belgiës toparchitect Nicolas Schuybroek haast elke tentoonstelling in Villa Empain bezoekt, begint ons bezoek daar waar hij nog niet kwam. Op de bovenste verdieping van de Brusselse art-decotempel vind je immers naast het voormalige solarium van bouwheer baron Louis Empain en een art-decovergaderruimte ook de burelen van het museumteam. Gesloten voor publiek, dus. Nicolas: “Toen ik klein was, woonden we net buiten de hoofdstad en deed de Franklin Rooseveltlaan dienst als toegangsweg naar Brussel. Het gebouw was toen als Belgische uitvalsbasis van de Luxemburgse tv-zender RTL een standaard bouwwerk met bunkerallures. Er was niets speciaals aan. In de jaren negentig circuleerden foto’s van het pand in verloederde staat. Het was een kraakpand en zowat een self-servicestop voor iedereen die tuk was op mooie materialen zoals zink, koper, graniet en brons. Het werd er allemaal uit gehaald. Ik vind het dan ook verbluffend wat de familie Boghossian in samenwerking met restaurateur Francis Metzger hier gerealiseerd heeft. Metzger heeft zich voor dit projecten laten omringen door de beste vakmannen die nog de aloude technieken beheersen. Er zijn heel weinig art-decogebouwen die zo goed bewaard of gerestaureerd zijn. Dat maakt Villa Empain uniek.”

3500 m2 graniet
Wie het gebouw wil begrijpen, moet terug naar de eerste helft van de vorige eeuw. Nadat de Zwitserse architect Michel Polak in 1923 Résidence Palace had ontworpen en in 1928 ook Hotel Le Plaza de strakke modieuze lijnen van de art deco had aangemeten, ging hij in 1930 aan de slag met Villa Empain. Baron Louis Empain was een prille twintiger, had een fortuin geërfd en was het aan zijn stand verplicht om een passende residentie te bewonen. Polak ontwierp een vrijstaande villa van 3500 m2 in geslepen graniet. De riante woning met omliggende tuinen en een zwembad met pergola, blinkt vandaag in haar vel vol travertijnmarmer, brons, exotische houtsoorten en decoratieve elementen zoals mozaïekvloeren en glaswerk. Nicolas: “Villa Empain staat in contradictie met wie de bouwheer was als persoon. Baron Empain was een sobere en ingetogen man die niets had met het organiseren van feesten en diners. Als de muren konden praten, hadden ze het over de decadente party’s die hier in de jaren dertig doorgingen, maar dan vooral in de afwezigheid van de baron zelf. Zelf heeft hij er uiteindelijk maar zes maanden gewoond.”

Nadat baron Empain zijn villa in 1937 aan de Belgische Staat schenkt, volgt een lange weg als museum, bezet gebouw tijdens WOII en ambassade van de USSR. In 1963 komt het gebouw opnieuw in handen van de baron die het niet kan verkroppen dat zijn villa eigendom is geworden van de Russen. Vanaf 1965 wordt Villa Empain achtereenvolgens een cultureel centrum, eigendom van nv Tobesco en de Belgische zetel van RTL. In 2001 wordt de villa opgenomen in de bewaarlijst van het Brussels erfgoed, om in de jaren daarna in de vernieling te worden geduwd door vandalen. In 2007 kopen Albert en Jean Boghossian Villa Empain om er de hoofdzetel van de Boghossian Foundation te vestigen. In datzelfde jaar wordt de villa beschermd als monument door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarna volgt gedurende vier jaar een minutieuze, complexe en bijzonder delicate restauratie. Zo wordt het parement van Bavenograniet schoongemaakt, het hoekbeslag in messing opnieuw verguld met bladgoud, de koperen daken en de lambriseringen binnen vervangen, enzovoort. In 2010 heropent Villa Empain de deuren als cultureel centrum dat de dialoog tussen westerse en oosterse kunst tot op vandaag levendig houdt. In 2011 wordt de restauratie van de villa bekroond met de Europa Nostra Award. “Wie zei dat erfgoed saai was”, merkt Anton op. “Tijd voor een koffie?”

Un sport de combat
Het gezelschap neemt plaats in het café van de villa met op maat gemaakte meubelen en een Amerikaanse bar ‒ een must-have in de jaren dertig. Het raam kijkt uit op een klein terras, met op de achtergrond honderd jaar oude dennen, daterend uit de tijd dat de villa werd gebouwd. Anton: “Je merkt in deze woning de obsessie voor verhoudingen. En als ik dan jouw werk ernaast leg, Nicolas, begrijp ik jouw fascinatie voor dit bouwwerk. De woning is opgebouwd rond een intern atrium waarrond alles gebeurt. Dat maakt dit een zeer leefbaar en makkelijk leesbaar plan. Je voelt hoe en waar je moet circuleren, waar je wat mag verwachten: een kleine ruimte, een grote ruimte, een belangrijke ruimte, een derderangsruimteke, een serviceruimte, enzovoort.” Nicolas vult aan: “En dan kom je hier, in het café. Deze ruimte is uitgewerkt met magnifieke materialen, zoals panelen van gepolitoerd Bubinga-aderhout, die vandaag niet meer verkrijgbaar zijn of verkocht mogen worden. Deze ruimte is ook iets donkerder dan de rest van het huis. Zo’n kleine pockets werken als een soort van verrassing bijzonder goed.” Ook op de lijst der exotische materialen in Villa Empain: Escalette-marmer, Bois Jourdan-marmer, palu moiré-hout uit India, manilkara-hout uit Venezuela en notenwortelhout. Noem maar op.

Of Nicolas vindt dat die kwaliteit van materialen en uitvoerders vandaag gebleven dan wel verdwenen is, wil Anton weten. “We hebben enorm veel geluk om in een klein land te wonen waar het niveau van vakmanschap torenhoog is”, aldus Nicolas. “Neem West-Vlaanderen en meer bepaald de regio tussen Kortrijk en Gent. Het is ongezien wat daar kan op het vlak van ruwbouw, buitenschrijnwerk, natuursteen, metaalwerken, pleistertechnieken, enzovoort. Dat is goud waard. Als je in het buitenland dat niveau van vakmanschap wil vinden, zit je met langere afstanden of veel hogere prijzen. Daarom nemen wij vaak onze Belgische vakmannen mee naar buitenlandse projecten. En aangezien er geen architectuur is zonder vakmanschap, verdient dat laatste ons grootste respect.”

Of hij denkt dat het vandaag überhaupt nog mogelijk is om residentiële meesterwerken te bouwen, wil Anton ook weten. “Zeker in Europa wordt het steeds moeilijker om een totaalproject van A tot Z tot in de kleinste details uit te voeren. Van ruwbouw tot deurklink die op maat van het project getekend is, zeg maar. De groeiende berg van restricties maakt het niet evident om nog iets bijzonders te brengen. Architectuur is voor veel architecten een vechtsport geworden. Rudy Ricciotti heeft er een fantastisch boekje aan gewijd met de titel ‘L’Architecture est un sport de combat’. Daarin vertelt hij dat het een strijd is om dagelijks in de ring te komen en je project te verdedigen voor allerlei instanties, maar ook voor de bouwheer”, aldus Nicolas.

Art-decohotel The Robey
Over een gevechtssport gesproken, daar leek ook het begin van de carrière van Nicolas Schuybroek op. Na zijn studies in Montreal startte hij bij de Canadese architect Jean Beaudoin. Daarna werkte hij vijf jaar bij Vincent Van Duysen om uiteindelijk in 2011 zijn eigen bureau op te starten: “Achteraf bekeken verliepen mijn beginjaren heel moeilijk. Ik had een jong gezin en het was een heel intense periode. Ik vind dat we daar eerlijk moeten in zijn. Had ik in mijn beginjaren maar kunnen lezen over het verhaal achter een project. Wat is de tijd of de energie, wat zijn de frustraties en de misverstanden die je moet doorstaan om tot het gewenste resultaat te komen? Vaak vind ik dat verhaal al even interessant als het gebouw zelf. Ik had geen adresboek vol vips dat ik maar moest openslaan om vooruit te komen. Het is mijn verhaal en het zijn mijn inspanningen geweest van A tot Z, zonder familiebanden of familiegeld, maar wel met de enorm sterke steun van mijn vrouw. Het is tot hier toe een organisch verhaal geweest, met enorm veel werk en discipline.” Ondertussen werkt Schuybroek met acht medewerkers en dat is net genoeg om alles zonder assistent zelf te controleren en op te volgen. Ambitie om een groter bureau uit te bouwen, heeft hij naar eigen zeggen niet.

En terwijl het café wordt ingeruild voor een frisse neus in de tuin vertelt Nicolas verder: “Ons project in het art-decohotel The Robey in Chicago heeft zeer zwaar op mijn privéleven gewogen, maar het heeft me tegelijk gelanceerd. We hebben er ook enorm veel uit geleerd, zeker op het vlak van esthetiek en organisatie. Via Moisés Micha, de oprichter van het hotel, zijn we in zijn privéwoning in Mexico beland. Zo kreeg mijn portfolio een internationale uitstraling. Boeiend ook aan werken in Mexico, is dat je meer technische vrijheid hebt om je ding te doen in combinatie met een hoog niveau van vakmanschap. De andere kant van de medaille is dat je op afstand werkt. Dat vreet tijd en energie en je moet oefenen in dingen loslaten omwille van die afstand.” Anton: “Gérance à distance, noemen we dat.” Nicolas: “Ha, die ga ik onthouden.”

Enveloppe van de woning
Mocht de architect toch een puntje van kritiek willen geven, dan is het wel op de tuin van Villa Empain. Want hoewel het zwembad met pergola een blikvanger en een publiekstrekker is, is het groen rond de villa helaas niet meer dan een vrijblijvend bosje op de achtergrond. Nicolas: “De tuin is de enveloppe van de woning, zeg maar. Voor mij is die onlosmakelijk verbonden met de architectuur en het interieur van een woning. Daarom ontwerpen wij van buiten naar binnen en dat is ook de reden waarom wij per project een landschapsarchitect selecteren; omdat die het volledige narratief van het project mee bepaalt.” En terwijl het duo zich een weg van buiten naar binnen baant richting de uitgang van de villa, houden ze nog even halt bij het gekleurde glas in het plafond met motieven die de Melkweg en de tekens van de dierenriem voorstellen – of toch een vrije interpretatie hiervan. Een fijn detail voor wie er oog voor heeft. “Op dit unieke moment in de geschiedenis van de mensheid, waar we allen een digitaal venster op de wereld in onze zak hebben zitten, is een bezoek aan Villa Empain een analoge verademing”, aldus Anton.

(Tekst: Leslie Vanhecke - Fotografie: Tim Van de Velde)

SAVVY x ABS BOUWTEAM: ABSoluut magazine.
Bekijk ook onze andere magazines

Samenwerken? Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info
.