Blog | Bouwmaterialen in de kunst
13-10-2022

Blog | Bouwmaterialen in de kunst

Je verwacht bouwmaterialen eerder op een bouwwerf dan in een kunstgalerie of aan je muur. Maar wie de basiscomponenten uit de bouwsector in handen van een kunstenaar geeft, krijgt een heel ander vocabulaire en uitstraling. Voor ABSoluut magazine gingen we langs bij drie veelzijdige artiesten die met veel vakmanschap en creativiteit een ziel geven aan natuursteen, metaal en pleister. Met een zekere spielerei voegen ze een laag verwondering toe. Wat je krijgt is materiaalliefde en genegenheid voor het productieproces. Maar bovenal puur stapelgeluk.

Het blokkenspel van Conrad Willems
De herkenbare visuele taal van Conrad Willems refereert aan de klassieke bouwkunst. Met geometrie, herhaling en modulariteit als basisprincipes bouwt en stapelt hij sculpturen. Zijn architecturale beelden zijn vervaardigd uit klassieke bouwmaterialen als natuursteen, beton of baksteen. Voor zijn reeks ‘Constructies’ hebben de bouwstenen de vorm van de bekende houten speelgoedblokken die pedagoog Friedrich Fröbel in de negentiende eeuw ontwikkelde. “Als kind kreeg ik een eerste set, intussen heb ik tweeduizend stuks. Ze zijn voor mij als een schetsboek waarmee ik aan de slag ga. Elke constructie wordt eerst met deze speelgoedblokken gemaakt. Eens de vorm vaststaat, is een bouwtekening annex installatieplan essentieel om de blokken juist te stapelen”, duidt Conrad.

“Dat een sculptuur herleid wordt tot een hoop stenen als ze vervoerd wordt, fascineert mij. Mijn constructies bestaan slechts bij de gratie van de mensen die de moeite doen om ze op te bouwen. Dat geeft mij meer dan alleen esthetische voldoening. Aan de hand van de tekening kan men telkens teruggrijpen naar wat ik initieel bedoelde.” Gefascineerd door vormen, materialen en constructies, beweegt Conrad zich als beeldend kunstenaar op het snijvlak tussen bouwen en beeldhouwkunst. Net zoals de Grieken of de Romeinen bouwt hij archaïsch en op basis van geometrie en zwaartekracht. “Ik stapel mijn blokken gevoelsmatig en zonder berekeningen. Wat blijft staan in de kleine versie, doet dat ook in het groot”, lacht de beeldend kunstenaar.

En groot kunnen ze zijn, Conrads constructies. “Toch blijven ze los gestapeld, zonder bevestiging: niet alleen voor het stapelgeluk, maar ook om ze verplaatsbaar te houden. Elke opbouw heeft daardoor ook nét iets unieks. Als materiaal voegt natuursteen tot slot een extra betekenislaag toe: een beeld in Belgische blauwe hardsteen heeft een heel andere uitstraling en historische verwijzing dan een beeld in bijvoorbeeld Rouge Griotte marmer.”

De littekens van Fractall
Ontwerper Arne Desmet omarmt productieprocessen. Fabricagesporen gomt hij niet weg, maar toont hij in hun zuivere vorm. Met hun industriële toets weten zijn tafels, stoelen en verlichting te behagen. Onder de noemer Fractall koppelt Arne precisieproductieprocessen aan willekeur en illustreert hij dat we anders moeten durven kijken naar de materialen om ons heen. “Ik werk onder meer met warmgewalst staal waarvan zelfs de fabrikant de esthetische waarde in twijfel trekt omwille van zogenaamde gebreken. Maar net de onzekerheid van kleurvariaties en vlekken interesseren mij”, bekent Arne, die de littekens van de productie omarmt en de patine naar waarde schat.

Een zekere dualiteit die het rationele verenigt met het natuurlijke komt geregeld terug in zijn werk. “Die tweeslachtigheid verwijst naar de voor mij interessante fractaalstructuren, wiskundige figuren die er zó natuurlijk uitzien dat je amper beseft dat er een zekere formule achter zit. Als uitgangspunt zijn de materialen waarmee ik werk nogal industrieel. Dat counter ik door de vormgeving en bewerking ervan. Aluminium is wijdverspreid, met diverse bewerkingsmogelijkheden, maar het wordt voor mij extra interessant als je het hanteert op een manier die men niet verwacht. Het zorgt voor een andere appreciatie van een in se elementair materiaal.”

“Of het slechts een gebogen stalen plaat is? Als je het zo definieert, is een schilderij ook maar een doek met wat verf erop. Dan is het an sich ook niet zo waardevol. Maar het is wat ermee gedaan wordt en het idee dat erachter zit die de (poëtische) waarde creëren. Esthetiek is overal rondom ons. Met patronen die je wel ziet, maar op den duur niet meer opmerkt. Mij inspireren ze om de beredeneerde en machinale sfeer te breken. Dan worden die patronen interessant, met meer appreciatie voor het materiaal pur sang”, besluit Arne.

De monochromen van Lieselot Wille

Het beeldend werk van Lieselot Wille mag je best pasteuze schilderijen noemen. Haar materiekunst met vaak grote monochrome vlakken kent de oorsprong in de etalages die ze voor modeboetieks inricht. Haar bonte driedimensionale ontwerpen zijn echte eyecatchers. Lieselot heeft iets met kleur, en met de Brico. “Het is voor mij haast een snoepjeswinkel, waar ik uren kan spenderen. Met de basismaterialen die ik er vind, ga ik aan de slag. Ze zijn sprekend, maar ze spreken mij vooral heel erg aan”, bekent Lieselot met trots.

Lieselot maakt matière-reliëfs waarin de handeling en de materie zichtbaar blijven. “Ik hou van het creëren van volume. In musea gaat mijn aandacht ook naar werken met dikke lagen verf. Ik wil werk maken dat eenzelfde volume uitstraalt. Zo werk ik al langer met industrieel schuim. Ik breng het aan op canvas en kleur het vervolgens in met primaire en heldere vlakken. Hoe dit specifieke materiaal een heel ander leven en een nieuwe connotatie krijgt, verbaast sommigen wel. Niet iedereen kan door het materiaal heen kijken, waardoor het wel eens als inferieur wordt beschouwd. Maar een lijn met olieverf of acryl op een blad, is ook maar gewoon een lijn op een blad. Ik wil een ander perspectief bieden.”

Om haar abstracte vormen tot leven te brengen, zoekt Lieselot steevast nieuwe materialen. “Werken met gips is voor mij een materiefeest. Het met de handen moduleren van vormen, materialen en structuren drijft mij. Ik werk op gevoel en ga met een pleistermes aan de slag om vormen en vloeiende lijnen te creëren. Ik streef naar de perfecte imperfectie, waarbij je bij elke aanblik wat anders in de vorm ziet. Voor de pigmentkeuze is het vaak zoeken, omdat je soms niet weet hoe een kleur reageert. “Het belangrijkste is dat kleur en object één worden”, besluit Lieselot.

SAVVY x ABS BOUWTEAM: ABSoluut magazine.
Bekijk ook onze andere tijdschriften.

Samenwerken? Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info
.